Achtervoegsel(tjes) en lenzen!
Toen mijn Nederlands lexicon nog klein(er) was, ontdekte ik dat ik snel nieuwe woorden "op voorraad" kon krijgen als ik maar achtervoegsels aan bekende woorden wist toe te voegen.
Een achtervoegsel is een woorddeel dat je achter een woord plakt om de betekenis of de functie van dat woord te veranderen. Bijvoorbeeld:
schap : vriendschap, draagmoederschap
heid : schoonheid, traagheid
lijk : koninklijk, hoofdzakelijk, Wijklijk. (deze laatste is een eigen creatie)
rijk: belangrijk, omvangrijk
enzovoort.
En hoewel voor jullie het misschien heel logisch klinkt, het is voor mij niet altijd duidelijk welke achtervoegsel kan ik het beste gebruiken bij een woord.
Toevallig blijken zowel toepasselijk als toepasbaar correct Nederlands te zijn (en zijn dus toepasselijk of toepasbaar). Maar zo'n lux heb je niet bij elke woord en vaak presteer ik om hiermee ook wat fouten te maken.
We waren een tijd geleden bezig met de keuken en iemand vroeg me hoe dat ging:
"Het is lang niet klaar, maar wel gebruikelijk: we kunnen erin koken (als we te minste vanuit gaan dat ik ook kan koken!)."
"O nee, sorry! ik bedoel natuurlijk gebruikbaar ipv gebruikelijk." verhaaste ik me om mijn vorige bericht zelf te corrigeren.
En dan ontdekte ik dat Bruikbaar de correcte vorm is. Niet gebruikelijk, niet gebruikbaar: BBBBBruikbaar!!!
Ja, natuurlijk! Waarom ook niet?!
...En als we al toch in de keuken zijn, werd dan gevraagd wat ik in die brúikbare keuken zonet had gekookt.
Mijn reactie?: Lenzen!!!!!!! ... heerlijke lénzensoep!